De druk in het binnenste van de aarde veroorzaakt grote krachten, die afwisselend

de korst van de aarde breken en kreuken.

De bewegingen langs de breuken veroorzaken aardbevingen.

Hoe gaat dat in zijn werk?

Materiaal:

3 boeken met dezelfde harde kaft

Wat moet je doen:

Houd de drie boeken dicht bij je borst stevig tegen elkaar, met de ruggen omhoog.

Duw met je hand van onderaf het middelste boek omhoog,

zodat het omhoog glijdt tussen de twee buitenste boeken.

Oefen dit een paar keer, zodat het omhoog schuiven heel soepel gaat.

Houd de boeken nu verder van je lichaam af - houd ze nog steeds stevig

tegen elkaar aan.

Je hebt nu veel kracht nodig om ze niet te laten vallen.

Zet nu iets minder kracht, zodat het middelste boek eruit zakt.

Houd de boeken weer bij elkaar met de ruggen omhoog, maar leg ze nu op een tafel.

Schuif ze heen en weer, terwijl je alleen de twee buitenste boeken vasthoudt.

Wat gebeurt er:
De verschillende bewegingen van de boeken lijken op de verschuivingen in de aarde

die optreden tijdens een aardbeving.

Waarom:
In de eerste twee experimenten waarin je de boeken eerst dicht bij je borst hield en

daarna van je lichaam af,

demonstreerde je buig-, glij- en breukbewegingen - het opgetild en neergezet worden.

Het middelste boek dat omhooggeduwd werd - opwaartse breuk - en het boek dat

naar beneden gleed - normale breuk -, zijn goede voorbeelden

van deze soorten breuken.

De boeken die op de tafel rustten, werden zo geschoven dat ze langs elkaar gleden

zoals bij een zijwaartse breuk.