Opdracht 1 Opbouw van de aarde




Een vloeibare bol met een dun korstje

Heel vroeger dachten mensen dat het middelpunt van de aarde de hel was.

Een vlammende oven waar duivels in wonen.

Maar de mensen hadden het mis.

Er wonen géén duivels in het midden van de aarde.

Wél is het er enorm heet: ruim 5000 graden!

 

De binnenkern van de aarde is een massieve bal van ijzer en nikkel.

De druk in die kern is zó groot dat 'ie - ondanks de enorme hitte - niet smelt.

 

In de buitenkern is de druk mínder groot, daar is de massa wél gesmolten.

 

Om de aardkern heen zit een dikke laag gesteente die ook heel heet is.

Dit is de mantel van de aarde: een stroperige massa van 3000 kilometer dik.

Deze stroperige massa wordt magma genoemd.

 

Aan de buitenkant is de aarde hard en stevig. Daar zit de aardkorst.

Deze aardkorst is het afgekoelde deel van die gloeiend hete aarde.

En op die korst leven wij

 

Vergelijk de aarde maar met een appel: die bestaat uit een schil, het vruchtvlees en het klokhuis in het midden.

Op dezelfde manier heeft de aarde een dunne buitenlaag, de korsthet binnenste deel de kern en het stuk ertussen de mantel.